Ze knikt wanneer haar gevraagd wordt of ze misschien een kopje thee lust. En een extra klontje suiker, vult ze aan. Op het schoteltje ernaast. Ze ruikt de vloer, de penetrante lucht van bleekmiddel vermengd in water, uitgesmeerd over het gladde oppervlak. Het zeil blinkt, precies zoals haar vader het graag ziet. Heeft ze de emmer met het vuile water en de mop wel opgeborgen, vraagt ze zich opeens af. Ze wil opstaan, maar de stoel lijkt haar vast te houden. Dat is raar. Voorzichtig wiebelt ze wat heen en weer. Gewoon even loskomen van de rugleuning, daarna gaat het vast. Er wordt een hand op haar arm gelegd. Die is van de vriendelijke mevrouw die haar zojuist een kopje thee aanbood. Blijf nou maar rustig zitten, zegt de mevrouw. De kop en schotel rinkelen wanneer die naast haar op een tafeltje worden gezet. Ze weet niet precies waarom ze hier moet blijven wachten, in deze kamer, maar ze wordt vast zo opgehaald. Mama is altijd op tijd, weet ze. Mama, zegt ook de mevrouw die nu op de stoel tegenover haar is gaan zitten en haar aankijkt. De hand die zojuist op haar arm lag rust nu op haar hand. Mama, zegt de vrouw nog eens. Ja, knikt ze, terwijl ze voorzichtig nog wat wiebelt in de stoel. Straks komt mama.
Geschreven voor www.shortreads.nl
Nóg meer lezen? In 2017 verscheen mijn verhalenbundel ‘De man die zichzelf in Auschwitz liet opsluiten’. Bestellen doe je bijvoorbeeld hier. Of hier.