Onder m’n voetzolen kraakt het gras en zo nu en dan steekt een stengel of takje gemeen in m’n voet of prikt in m’n enkel. Ik wil de bosrand bereiken voor de avond valt. Bij het ravijn, waar Solomon drie zomers terug naar beneden viel – of werd geduwd, dat weet eigenlijk niemand, maar we missen hem niet dus niemand doet veel moeite – is het beste zicht.
Onderweg kom ik langs de hut van Vader Marcus. Vroeger, toen ik nog niet geboren was, was de kerk in het dorp van hem. Men zegt dat elke zondag het hele dorp uitliep om hem te horen spreken. Tot hij op een dag in de hoek van de kerk ging poepen. Daarna preekte hij steeds vaker alleen nog tegen zichzelf en werd hij vervangen. Ik ga nooit naar de kerk en ik kom het liefst ook niet in de buurt van de hut van Vader Marcus.
Een van de houten luiken voor het raam wordt open gezwiept en ik sta oog in oog met de oude predikant. Hij kijkt me priemend aan terwijl ik bedenk of het oké is om het gewoon op een lopen te zetten. Vader Marcus steekt een vinger naar me uit en zet het op een schreeuwen: ‘Dan zal ik tekenen geven aan de hemel en op aarde: bloed en vuur en zuilen van rook…’
Ik heb genoeg gehoord en trek een sprintje. Ik zwaaide wel, ook gekke mensen verdienen vriendelijkheid. Achter me hoor ik tussen de bomen nog ‘de zon verandert in duisternis en de maan in bloed!’. Moeder had me gewaarschuwd niet te gaan. Volgens haar zijn het de sterren zelf die de duivels aansturen op een avond als nu komen gaat. Ze zegt ook dat gekken als Vader Marcus niet echt gek zijn, maar het willoze slachtoffer zijn van diezelfde duivels. En dat dat ook de reden is dat hij in de kerk heeft gepoept.
Pas bij het ravijn stop ik met rennen. Ik ga op een van de grote stenen langs de rand zitten en laat m’n voeten boven de afgrond bungelen. Zo blijf ik zitten tot het daglicht om me heen verdwijnt. Ze zeggen dat het ongeluk brengt om naar de rode maan te wijzen, maar dat is niet waarom ik hier kom. En wijzen is onbeleefd. Ik wil ‘m alleen zien, zo goed mogelijk. Ze zeggen ook dat de rode maan de aankondiging is van nieuwe tijden. Daar hoop ik op. En ik wil de rode maan vragen stellen. Of hij moeder weer beter maakt, of hij misschien weet waar Solomon is gebleven, en of het alsjeblieft weer eens mag regenen.
Geschreven voor www.shortreads.nl
Nóg meer lezen? In 2017 verscheen mijn verhalenbundel ‘De man die zichzelf in Auschwitz liet opsluiten’. Bestellen doe je bijvoorbeeld hier. Of hier.