Het begon met een hartaanval. Voor m’n ogen zakte hij in, lijkbleek. Het toegesnelde ambulancepersoneel verrichtte de reanimatie terwijl ik aan de grond genageld stond. Alles leek zich in een parallelle wereld om mij heen te gebeuren waarbij ik wel die andere realiteit in kon kijken, maar zelf onzichtbaar bleef. Na die dag krabbelde hij er weer bovenop, zo leek het.
Hij ging dingen doen om in conditie te blijven. Zwoer het roken af, kocht een fiets. Werken hoefde hij al even niet meer. Meer tijd om met een hengel langs het water te gaan staan, in de frisse lucht. Daar vertelde hij over. Twee keer. Drie keer. Zonder door te hebben dat hij dat exacte verhaal zojuist al verteld had.
Andere dingen begon hij ook te vergeten. Eerst klein: waar z’n telefoon was (in z’n zak), z’n sleutels (ook in z’n zak), z’n bril (op z’n hoofd). Later iets groter: de verjaardagen van z’n kleinkinderen, van z’n kinderen. Die noteerde hij daarom extra groot op de kalender zodat hij die dag kon bellen. Zo was er het jaar dat hij me een dag te vroeg belde om me te feliciteren, vervolgens op de dag zelf. En daarna nog eens. En daarna weer. Elke keer weer met hetzelfde enthousiasme. Ik reageerde gewoon elke keer weer even verheugd.
Het moment brak aan waarop hij ons niet meer kon vinden. Na jarenlang met grote regelmaat de route te hebben gereden, verdwaalde hij. In de straat. Er was die dag dat hij belde, een lichte paniek in z’n stem die ik niet eerder had gehoord. Hij stond toch echt in de buurt, maar wist niet waar hij aan moest bellen. Ik liep de straat in, de hoek om en zag hem daar alle deuren en ramen inspecteren, op zoek naar iets bekends. Hij vond het niet.
Rijden doet hij niet meer. Toch blijft hij steeds op z’n zakken kloppen op zoek naar die autosleutel. Die heb je toch niet meer, vertellen we hem dan. Dat is waar ook. Een paar minuten later kan hij ze weer niet vinden. Vaak verontschuldigt hij zich, dat is misschien wel het pijnlijkste. Wij zien wat er met hem gebeurt, maar hij ziet het zelf ook. En hij kan er niets tegen beginnen.
Ik weet wat er gaat komen, hoewel ik m’n uiterste best doe daar zo min mogelijk aan te denken. Welke fasen nog zullen aanbreken. Vandaag, 21 september, is Wereld Alzheimer Dag, een dag waarop wordt stilgestaan bij alle vormen van dementie. Een geneesmiddel is er niet. Niet voor hem, niet voor de ruim een kwart miljoen lotgenoten in Nederland. Nog niet, maar het onderzoek daarnaar vordert gestaag. En alle steun is welkom.