Het is alweer drie jaar geleden dat ik je leerde kennen na een tip van een oplettende vriendin. Wat vliegt de tijd. Een enkel zinnetje van mijn kant was de start van een dagelijkse mailwisseling met vele pagina’s tekst. De helft van mijn brieven aan jou schreef ik onder werktijd, men moet er hebben gedacht dat ik aan een roman werkte.  De brieven werden langer en langer. Hoe kon het dat twee levens die zich zo ver van elkaar vandaan afspeelden, zo ontzettend gelijk op waren gegaan. Ik voelde elk woord dat je zei en begreep alles wat je had meegemaakt. Andersom hoefde ik jou niets uit te leggen, je snapte me zoals geen ander dat ooit gedaan had.

Beiden hadden we een turbulent leven achter de rug. Beiden hadden we onze rust gevonden in het geloof. Een geloof waarin we beiden nog zoekende waren naar hoe we dit een plekje moesten geven in onze dagelijkse realiteit. Ook hierin vulden we elkaar aan, ik leerde van jou en ik geloof graag dat jij van mij leerde. Elke zin die jij schreef spatte van mijn scherm en liet mijn hart, dat zo lang bevroren was geweest, ontdooien. I knew I loved you before I met you, zong Savage Garden. Een tekst die voor mij geschreven leek. Als dit was hoe het voelde om verliefd te zijn, dan was ik dat nooit eerder geweest. En ik had je nog nog nooit ontmoet of zelfs maar je stem gehoord.

Ik was naar Limburg  gereden, waar jij woonde. Via Duitsland, want ik had de afslag gemist. Het duurde even voor ik het gevonden had, want ik had wat moeite met het ontcijferen van jouw routebeschrijving. Bij die groene container rechts tot je een soort van huisje ziet met een boom ernaast en dan links bij die lantaarnpaal, of rechts, in elk geval tot je dat gebouw ziet met die ramen en dan daarachter. Het mag een wonder heten dat ik je überhaupt heb weten te vinden. Het moment dat jij uit de auto stapte en me begroette met een lach staat in m’n geheugen gegrift. Je was nog mooier dan op de foto’s. Die avond raakten we niet uitgepraat, iets wat ik had gevreesd omdat mensen in het echt nu eenmaal vaak tegenvallen. Met moeite namen we midden in de nacht afscheid van elkaar. Op de lange terugweg wist ik een ding zeker: met jou zou ik de rest van mijn leven delen.

Twee jaar, dat is hoe lang we nu getrouwd zouden zijn. In plaats daarvan is het alweer twee jaar geleden dat we uit elkaar gingen. Wat vliegt de tijd. Zo snel als we besloten te verloven, zo snel ging het bergafwaarts. De zoektocht langs de paden van het geloof waarin we onze weg probeerden te vinden, had ons op een T-splitsing gebracht. Waar jij links wilde, ging ik rechts. Na een aantal mislukte pogingen twee werelden te verenigen, mijn oude en mijn nieuwe, was ik nu in rap tempo mijn schepen achter me aan het verbranden. Ik neigde naar extremen en zocht bij jou naar zaken die niet in mijn gecreëerde wereldbeeld pasten en rekende je daar vervolgens op af. Daar kwam nog bij dat ik inmiddels de volledige zorg voor mijn zoontje op me had genomen en na vijf moeilijke jaren nu niet bereid was die zorg met iemand te delen. Zelfs niet met jou.

Uiteindelijk was het gewoon te moeilijk voor me geweest. Na een leven gevuld met niets dan egoïsme, lukte het me simpelweg niet om jou volledig toe te laten. De zorg en liefde voor een kind komt automatisch, voor een geliefde moet er hard aan gewerkt worden en ik wist niet hoe. In plaats van dit met jou te delen koos ik voor de makkelijke uitweg, ik sloot je compleet buiten en richtte me op andere zaken die er op dat moment niet toe deden. De catalogus met trouwringen die je me zo enthousiast had gegeven verdween ongelezen in de kast en ook met de verdere planning hield ik me niet bezig. Je had speciaal in Indonesië trouwkleding laten maken, ik had me nog helemaal nergens in verdiept. Het enige dat ik deed was jouw plannen afkeuren. Hoewel ik het op dat moment nog niet besefte was ik al afscheid van je aan het nemen.

Je voelde het aankomen, hoe kon het ook anders. Mijn houding ten opzichte van jou maakte dat jij je niet meer bij mij kon uiten. Je zag het misgaan maar kon niet bij mij terecht om te proberen het tij te keren. De moeite die je deed bleef onbeantwoord en maakte dat ook jij het opgaf. Ik zocht naar redenen om je niet op te zoeken en jij kwam op jouw beurt steeds minder vaak mijn kant op. Dagelijkse telefoongesprekken werden tweedagelijks, wekelijks en hielden uiteindelijk compleet op. Er volgde een laatste mail van jou. Ik weet niet eens of ik daar nog op heb geantwoord, waarschijnlijk niet. We hebben er nooit uitgesproken een punt achter gezet, nooit afscheid van elkaar genomen. We waren gewoon niet meer.

Het is alweer een jaar geleden dat ik je weer tegen het lijf liep. Wat vliegt de tijd. Onwennig hadden we elkaar begroet, beiden wisten we ons niet echt een houding te geven. Er was behoefte om het een en ander uit te praten, van jou, maar zeker ook van mij. Je had nog steeds hetzelfde nummer en ik had nooit de moed gehad om die te wissen. Ook niet om je te bellen, hoewel ik daar wel vaak aan had gedacht. Jij ook, zo bleek. Maar net als ik was jij te koppig geweest om die stap te zetten, iets waar jij overigens veel meer reden toe had dan ik.
We hebben het uitgesproken. Ik heb de vragen waar jij nog mee zat beantwoord en ik heb je mijn redenen, hoe gebrekkig ook, uit kunnen leggen. Ik heb je mijn oprechte excuses kunnen aanbieden en jij hebt die geaccepteerd. De rest van die avond aan de telefoon was als vanouds, bij vlagen was het alsof er nooit iets was gebeurd.

We hebben nog even contact gehouden, tot je zei opnieuw verloofd te zijn. Dat nieuws kwam harder aan dan ik vooraf zou hebben verwacht. Ik loog dat ik blij voor je was. Je vertelde hem maar nauwelijks  te kennen. Je had besloten voor het geloof te trouwen en alle voorbereidingen waren al in volle gang. Ik merkte aan je dat je twijfelde, dat je niet wist ofje de juiste stap had genomen. Wat aanvankelijk een goed idee had geleken maakte je nu angstig. Het was te snel gegaan. Je had het gevoel dat jouw identiteit en jouw cultuur, waar je zo ontzettend veel waarde aan hecht, werden opgeslokt door de zijne. Je wilde eruit stappen, maar je wist niet hoe. Zijn familie had de gehele planning voor de bruiloft op zich genomen en kosten noch moeite werden gespaard. Het zou voor hem een enorm gezichtsverlies betekenen en zijn eer zou worden aangetast wanneer jij zou besluiten er niet mee door te gaan.

Ik voelde je pijn en had alles willen geven om die weg te nemen. Ik probeerde je raad te geven, vertelde je dat je jezelf op de eerste plaats moest laten komen. Je hebt er een handje van jezelf weg te cijferen en ik was net als jij bang dat je jezelf zou verliezen. Je vroeg je af waarom het met ons toch zo mis was gegaan, alles wat tussen ons in had gestaan leek zo onzinnig. Het besef kwam dat ik je nu voorgoed zou verliezen. Het boek vol hoofdstukken dat ik nooit had willen afsluiten stond nu op het punt dichtgeklapt te worden. Ik wist dat je er niet mee door wilde gaan en ik probeerde je over te halen om ermee te stoppen nu het nog kon. Misschien konden wij de draad weer oppakken. Doorgaan waar we waren gebleven. Je durfde niet, het was te laat.

Een berichtje. Je liet me weten dat je definitief had besloten om door te zetten, koste wat kost. Ik proefde je tranen in de laatste zin waarin stond dat je van me hield. Ik antwoordde met gespeelde kalmte dat nu dan de tijd was aangebroken om afscheid van elkaar te nemen. In deze situatie zou het ongepast zijn om nog contact met elkaar te houden, daarnaast zou het te pijnlijk zijn geweest. Ik moest je loslaten, voorgoed. Ik vertelde je dat ik altijd van je zou blijven houden, daarna wiste ik je nummer.

De tijd heelt alle wonden en oude liefde roest wel degelijk. Er is alwer een jaar verstreken sinds die laatste keer dat wij elkaar spraken, wat vliegt de tijd. In dat jaar is er veel gebeurd. Ik heb nog niet op elke i een puntje staan, maar ik heb mijn leven op de rails. Ik ben sterker dan ik ooit ben geweest en ik ben ervan overtuigd dat ik dat deels aan jou te danken heb. Ik vraag me wel eens af hoe het zou zijn als ik dit leven met jou zou hebben gedeeld, maar bovenal vraag ik me af hoe het leven jou vergaat. Ernaar vragen doe ik niet, dat station zijn we gepasseerd en daar heb ik vrede mee.

Ik weet niet waar je bent en hoe het met je gaat, maar ik hoop dat je de gelukkigste vrouw op aarde bent. Je zult dit nooit lezen, maar toch wil ik je bedanken voor alles wat je me gegeven hebt. Jij hebt voor mij een nieuwe, moeilijke fase in mijn leven vergemakkelijkt. Jij hebt het ijs uit mijn hart doen smelten waardoor ik nu in staat ben mezelf open te stellen voor anderen. Jij hebt mij geleerd wat het is om van een ander te houden, jij hebt mij geleerd om naar de toekomst te kijken in plaats van te verdwalen in het verleden. Dankzij jou weet ik hoe ik een beter mens moet zijn, omdat ik een beter mens was toen ik jou nog had. Jij. The one that got away.

Door Pascal

22 gedachten over “The one that got away”
  1. Ik ken het gevoel. Ik kende ook zo iemand, ben niet met hem getrouwd, hij kon niet ivm zijn ouders en Marokkaans, blablablabla. Ik was te oud. Hij te jong. Geen toekomst. Toen ben ik getrouwd met een ander, das 6 jaar terug. Er gaat geen week voorbij zonder dat ik een droom heb over die ander, dat ik hem kwijtraak maar dat ik hem aan het einde van de droom weer gevonden heb en dat het zoooo goed voelt. Ik heb geprobeerd het juiste te doen voor het geloof en dat doe ik nog steeds. Ik hou vol maar eigenlijk weet ik niet of dat het goede is.
    Ik hoop dat ik hem nooit meer tegenkom want dan zou alles voor niks zijn geweest en zou mijn huwelijk naar de maan gaan.

  2. “Elke zin die jij schreef spatte van mijn scherm en liet mijn hart, dat zo lang bevroren was geweest, ontdooien.” Deze zin (en wel veel meer)… zo herkenbaar.
    Ben er stil van.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *