In het kader van ‘pak ook eens een boek uit je eigen kast dat daar alleen maar stof staat te vangen’ las ik Fahrenheit 451 van Ray Bradbury. Geschreven in 1953 en toch al zeker sinds 2010 thuis op de plank. Waarom ik het niet eerder las, geen idee, maar onterecht was het wel. Ik ben altijd wel te porren voor een lekkere dystopie, een beetje zien waar we op afstevenen met z’n allen.

In het geval van Fahrenheit 451 zijn we er wellicht niet al te ver meer vandaan. Guy Montag is brandweerman ergens in de Verenigde Staten, ergens in de 24ste eeuw. Sinds alle huizen brandveilig zijn geworden, houdt het vak van brandweerman in dat ze niet blussen, maar verbranden. Boeken, om precies te zijn. Wanneer er een tip binnenkomt dat toch iemand boeken verbergt, komt het korps in actie en gaat de hele inhoud van de woning in vlammen op, als het moet met de bewoners erbij.

Vanwege de tijd waarin het geschreven is, plaats je het boek bijna automatisch op een lijn met andere dystopische klassiekers uit dezelfde periode zoals Orwells 1984 en Huxley’s Brave New World. Het grote verschil is echter dat er geen sprake is van een repressieve, dictatoriale overheid die de bevolking eronder probeert te houden, maar dat het de bevolking zelf is geweest die geleidelijk aan steeds ongeïnformeerder, steeds dommer wenste te worden. Het uiteindelijk verbieden van boeken die mensen maar op vreemde ideeën kunnen brengen was uiteindelijk een koud kunstje; ze werden toch al niet meer gelezen.

Brandweerman Montag is content met zijn baan. Hij gaat naar zijn werk, verbrandt boeken en geniet van de kerosinedampen en de vlammen, en gaat weer naar huis waar zijn vrouw op hem wacht met wie hij niets heeft, niet eens meer weet waar hij haar ooit ontmoet heeft, en die haar tijd doorbrengt met zichzelf zo dom en onwetend mogelijk houden met behulp van muurvullende kamerschermen waarop non-stop oeverloos gelul wordt geprojecteerd om de hoofden van de bevolking vooral maar zo bezet en tegelijkertijd leeg mogelijk te houden. Voor Montag verandert er wat wanneer hij oploopt met zijn buurmeisje dat zowaar nieuwsgierig is, zelf nadenkt en de schoonheid ziet van de wereld en vragen durft te stellen over de staat van de maatschappij. Zij verdwijnt spoorloos, maar niet voordat ze een zaadje in het brein van Montag heeft weten te planten. Wanneer dat ontkiemt is er geen weg meer terug.

Fahrenheit 451 is zo’n boek dat tragisch genoeg actueel blijft. Was de jacht op verboden boeken in de jaren 50 zonder meer een verwijzing naar het McCarthyisme toen alles wat ook maar enigszins naar communisme neigde verdacht was en reden voor de autoriteiten om stevig in te grijpen, anno nu kan daar net zo makkelijk de angst voor het woke-spook in worden gelezen. Vergezocht? Niet echt, kijk naar Florida waar de Republikeinse gouverneur een omstreden wet doordrukte waardoor onwelgevallige boeken nu verboden zijn op scholen. Daaronder verrassend (niet echt) veel boeken van zwarte auteurs: bell hooks, Toni Morrison, James Baldwin. Andere boeken die niet meer gelezen mogen worden: 1984 bijvoorbeeld, evenals Margaret Atwoods The Handmaid’s Tale. Handig. Zo kunnen de kinderen in elk geval op school niet meer leren waar het land op deze manier op afstevent.

In 2023 wil ik gemiddeld een boek per week te lezen. Om na het lezen het boek niet direct uit het zicht te laten verdwijnen, probeer ik na de laatste pagina kort te reflecteren op wat ik zojuist gelezen heb.

Door Pascal