“Dat is jouw doel,” zegt het jongetje dat samen met een meisje, misschien zijn zusje, het voetbalpleintje op komt lopen. Hij wijst naar de overkant. “En we beginnen met 3-0 voor jou.”
“Waarom?”
“Omdat je een meisje bent.” Hij kijkt er bloedserieus bij. Hier is over nagedacht.
De aftrap volgt en in nog geen minuut tijd klinkt twee keer de harde knal van leer tegen metaal.
“Nu staat het 5-0,” klinkt het vrolijk.
Ik moest daardoor even terugdenken aan mijn eerste kickboksles. Tijdens het sparren kwam ik tegenover een meisje te staan, niet per se heel jong, maar wel klein. Ik wilde niet sparren met een klein meisje, want ik geloofde dat je meisjes niet hoort te slaan. Zelfs niet als je allebei bokshandschoenen draagt. Ook wist ik niet heel goed hoe je moest verdedigen, maar dat zou wel goed zitten. Het was een klein meisje, dus daar heb je niet zoveel verdediging voor nodig. Een paar gekneusde ribben en beurse dijbenen later had ik daar eigenlijk wel wat spijt van.
Daarna moest ik tegenover een jongetje. Die was behalve klein ook jong. Hij merkte lachend op dat ik nieuw was en aan de glundering in z’n ogen te zien was hij van plan me een klein beetje in elkaar te slaan. Jammer voor hem had ik het vorige potje opgelet en na een paar tikken had hij al geen zin meer. “Je bent best wel goed man,” zei hij. Dat viel wel mee, maar met een beetje inzet kan je zo’n kind best aan. Hij lachte niet meer.
Iemand onderschatten is link, zo wisten we nu allebei.
een goede strategie is duidelijk van belang.