Wanneer bij de Australische schrijfster Cory Taylor een ongeneselijke vorm van kanker wordt geconstateerd en ze weet dat haar einde in zicht is, besluit ze de laatste fase van haar leven op papier te zetten en haar sterfproces onder woorden te brengen. Het resultaat is een kwetsbaar klein verhaal waarin ze schrijft te worstelen met zelfdoding om de regie in eigen hand te houden (wat ze niet doet omdat elke vorm van suïcide iemand anders opzadelt met de afhandeling) en op zoek is naar wat een passend afscheid voor haar zal zijn. Tussendoor blikt ze uitgebreid terug op het leven dat ze heeft geleid.
Met dat laatste heeft ze zonder meer een zeer waardevol document achtergelaten voor haar nabestaanden en iedereen die haar een warm hart toedroeg. Maar voor een argeloze lezer als ikzelf, iemand die nog nooit van Cory Taylor gehoord had, biedt haar autobiografie weinig boeiends. Taylor, afkomstig uit een geprivilegieerd (en nogal racistisch) gezin leidde geen bijzonder opzienbarend leven en hoewel ze het allemaal mooi weet op te schrijven, bleef ik me voortdurend afvragen waarom ik dit allemaal zou moeten weten. De beschrijvingen van haar verzuurde relatie met haar broer en zus, die we niet goed genoeg leren kennen, voelt als een inbreuk op privacy. De laatste fase in het leven van haar dementerende moeder is in eerste instantie boeiend, maar blijft uiteindelijk oppervlakkig. Dat uitdiepen zou er ook een geheel ander boek van hebben gemaakt, maar knagen doet het wel. De literaire citaten die door het boek heen worden opgevoerd voelen wat gekunsteld aan.
Dan het beschrijven van het sterfproces zelf. Het boek heet Sterven, een levensverhaal, maar die twee omdraaien had het boek meer recht gedaan. Over het werkelijke sterfproces krijg je als lezer maar bar weinig mee. Er zijn enkele mooie observaties, zoals:
“Ik ben nog nooit gestorven en daarom heb ik af en toe erg last van beginnerszenuwen.”
Of, na een opsomming van de dingen die je aan het eind van je leven opeens gaat missen in de wetenschap dat je er straks niet meer zal zijn, zoals je geliefde of de gezichten van je kinderen:
“Maar het sterven zal ik niet missen. Dat is verreweg het zwaarste wat ik ooit heb gedaan, en ik zal blij zijn als het voorbij is.”
Cory Taylor heeft haar verhaal fijntjes opgeschreven, is kwetsbaar maar niet zielig, en laat de ziekte haar gevoel voor humor niet afnemen. Toch heb ik al met al na het lezen het gevoel dat ik geen werkelijk inkijkje in de laatste levensfase heb gehad, maar ik ben nog nooit terminaal geweest en misschien is dit wel precies wat die laatste fase is: een lange terugblik op wat er was en een besef van wat er niet meer zal komen.
In 2023 wil ik gemiddeld een boek per week te lezen. Om na het lezen het boek niet direct uit het zicht te laten verdwijnen, probeer ik na de laatste pagina kort te reflecteren op wat ik zojuist gelezen heb.