Het imperfecte mirakel van Almere City FC
(Het volgende stuk werd geschreven voor Hard Gras, maar haalde het magazine uiteindelijk niet)
Er bestaat een specifiek soort liefde die alleen voetbalsupporters kennen. Niet de liefde voor een winnaar, maar voor een verliezer. Een liefde die dieper gaat dan prestaties, dieper dan logica. Een liefde die, zoals alle betekenisvolle relaties, geworteld is in de acceptatie van imperfectie. Nergens is deze tegendraadse vorm van toewijding duidelijker dan onder de aanhangers van Almere City FC.
In een land waar voetbalclubs doorgaans ontstaan uit arbeidersbewegingen, religieuze gemeenschappen of eeuwenoude dorpen, is Almere City een anomalie. Een club zonder geschiedenis, geboren in een stad zonder verleden. De ultieme tabula rasa van het Nederlandse voetbal.
Onze promotie naar de Eredivisie in 2023 was een cultureel moment dat de gangbare narratieven over sportief succes in Nederland doorbrak. Het daagde het idee uit dat alleen oude instituties recht hebben op glorie. Wie had kunnen voorspellen dat uitgerekend Almere, die kunstmatige verzameling woonwijken, een voetbalclub zou voortbrengen die zich tussen de Nederlandse voetbalelite zou mengen?
Die eerste wedstrijd tegen Ajax was een openbaring van een compleet andere orde. Terwijl de spelers het veld betraden, voelde ik een merkwaardige spanning in het stadion. Een spanning die niets te maken had met de wedstrijd zelf, maar met de gespleten loyaliteit van vele aanwezigen. In Almere, die slaapstad voor Amsterdam, wonen talloze mensen die hun hart al jaren geleden aan Ajax hebben verpand. Nu stonden ze daar, gehuld in Almere City-sjaals, terwijl hun Ajax-shirts thuis in de kast lagen.
“Ik weet niet voor wie ik moet juichen,” fluisterde een man naast me tegen zijn partner. “Dit voelt als verraad, ongeacht wat ik doe.”
Het was een existentiële crisis in miniatuur; een perfecte weerspiegeling van wat het betekent om Almeerder te zijn. Altijd halverwege twee identiteiten, nooit volledig ergens thuis. De spagaat van de forens, nu vertaald naar voetbalsupporterschap. Toch was er iets moois aan deze verwarring. Iets authentieks. Terwijl de wedstrijd vorderde, zag ik hoe deze twijfelaars steeds luider voor Almere begonnen te juichen, alsof ze eindelijk een keuze hadden gemaakt : niet tegen Ajax, maar vóór hun directe omgeving, hun onmiddellijke realiteit.
Het grootste misverstand over voetbalsupporters is dat ze van overwinningen houden. De waarheid is subtieler: we houden van betekenis. Van momenten die transcenderen boven het alledaagse. Juist bij een club als Almere City zijn die momenten zeldzamer en daarmee kostbaarder.
Onze bijna-degradatie in 2024 was een waarschuwing, een herinnering aan de natuurwetten van het voetbal. Nu, in 2025, hangt de definitieve terugkeer naar de Keuken Kampioen Divisie als een mathematische zekerheid boven ons hoofd*. Hoewel de cijfers ons nog een theoretische ontsnappingsroute bieden, weten we diep in ons hart dat het onvermijdelijk is, zoals het onvermijdelijk is dat water naar het laagste punt stroomt. Er bestaat een natuurlijke hiërarchie in het voetbal die slechts incidenteel kan worden doorbroken.
Maar wat overblijft na onze kortstondige dans met de elite is niet slechts nostalgie. Het is een fundamentele verschuiving in wat mogelijk lijkt. Een herinnering dat zelfs in systemen die zijn ontworpen om traditie en gevestigde macht te belonen, soms het ondenkbare gebeurt.
De paradox van het supporten van een club als Almere City is dat onze grootste prestatie – promotie naar de Eredivisie – tegelijkertijd het begin was van ons einde op dat niveau. Het moment dat we arriveerden, begon de aftelling naar ons vertrek. Maar hierin schuilt ook bevrijding: in de afwezigheid van verwachtingen ligt de ruimte voor pure vreugde.
Terwijl Ajax-supporters gebukt gaan onder het juk van geschiedenis, de tirannieke erfenis van Johan Cruijff en de eeuwige belofte van “mooi voetbal”, kunnen Almeerders simpelweg genieten van het feit dat onze club bestaat. Dat er elke twee weken tien mannen in rode shirts (plus een elfde in het geel) achter een bal aanrennen, ergens in een uithoek van een stad die zelf een uithoek is.
Misschien is dat wel de essentie van het leven in Almere: het accepteren dat schoonheid niet altijd voortkomt uit plan of opzet, maar soms juist uit de imperfecties, uit de ruimtes tussen de zorgvuldig geplande wijken. En dat een tijdelijk verblijf tussen de groten niet minder waardevol is omdat het tijdelijk was, maar juist méér, precies omdat we wisten dat het niet kon duren.
Dus ja, we bereiden ons voor op een terugkeer naar de Keuken Kampioen Divisie, tussen de beloftenteams en de clubs uit plaatsen die je moet googelen om te weten waar ze liggen. Maar we dragen de herinnering van die zeldzame, glorieuze momenten, toen de traditionele grootmachten naar onze nieuwbouwstad kwamen en wij, voor negentig minuten per keer, niet langer de voetnoot waren in het Nederlandse voetbalverhaal, maar een volwaardig hoofdstuk.
En terwijl we ons voorbereiden op de onvermijdelijke terugkeer naar het tweede niveau, begint er al een nieuwe droom te ontkiemen in de vruchtbare polderklei. Want net zoals deze stad zelf gebouwd is op de gedachte dat het onmogelijke mogelijk is, zo zal ook Almere City zich opnieuw uitvinden. Misschien duur het twee jaar, misschien vijf of tien, maar op een dag zullen we weer opstijgen. Niet als een toevallige anomalie, maar als een club met een verhaal. Een club die de smaak van de Eredivisie kent en ernaar terugverlangt. Een club die, net als de stad waarin ze geboren is, niet langer hoeft uit te leggen waarom ze bestaat, maar alleen nog maar waarheen ze op weg is.
Want als Flevoland ons iets heeft geleerd, is het dat niets zo permanent is als wat ooit begon als een experiment. De volgende promotie zal geen verrassing zijn, maar een bevestiging van wat we altijd al wisten: dat zelfs de meest kunstmatige dromen uiteindelijk echt kunnen worden.
*Op woensdag 14 mei viel na een 1-1 gelijkspel tegen Fortuna Sittard definitief het doek voor Almere City en was degradatie naar de Keukenkampioen Divisie een feit.
Waardeer je dit artikel? Overweeg dan eens me te trakteren op een kop koffie