Dit is dehumanisering in zijn meest expliciete vorm.
Terwijl zondag meer dan honderdduizend mensen in Den Haag een rode lijn trokken tegen de genocide in Gaza en tegen de onvoorwaardelijke Nederlandse steun aan Israël, vond in Amsterdam een even veelzeggende als verontrustende bijeenkomst plaats. Het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) vierde zijn 50-jarig bestaan, omringd door politieke zwaargewichten en omlijst met schaamteloze retoriek die zelfs de meest basale principes van menselijkheid en internationaal recht de nek omdraait.
Laten we beginnen met het absurde: een jubileumviering terwijl er ruim vijftigduizend Palestijnen, waaronder bijna twintigduizend kinderen, zijn gedood. Terwijl 2,3 miljoen mensen onder onmenselijke omstandigheden leven, zonder voedsel, water of ook maar enige vorm van medische zorg. De zin “als ze in Israël door kunnen gaan met leven, kan ook het CIDI iets vieren” is een groteske en laten we eerlijk zijn, misselijkmakende verdraaiing van de situatie waarin juist Palestijnen collectief worden gestraft voor daden waar zij geen verantwoordelijkheid voor dragen.
Verontrustender nog dan de bijeenkomst zelf is de omhelzing door het politieke establishment. Dat premier Schoof “namens de Nederlandse regering” zijn “grote waardering” voor het CIDI uitspreekt, is niets minder dan een politieke zegening van een organisatie die consequent elke betekenisvolle en zeer terechte kritiek op de Israëlische regering wegwuift als antisemitisme. Een organisatie die elke poging actie te ondernemen tegen de volslagen wetteloosheid van Israël via Haagse lobby’s en lastercampagnes vroegtijdig in de kiem weet te smoren.
Terwijl het Internationaal Gerechtshof, Internationaal Strafhof, de Algemene Vergadering van de VN en vrijwel elke relevante mensenrechtenorganisatie alarm slaat en van een genocide rept, bevestigen onze volksvertegenwoordigers en ministers hun loyaliteit aan een organisatie die de meest elementaire feiten en de grootste humanitaire catastrofe uit de recente geschiedenis glashard blijft ontkennen, bagatelliseren of ronduit goedpraten.
Het symposium toonde de werkelijke aard van wat vaak wordt gepresenteerd als “nuance”. Douglas Murray – een extreemrechtse aanhanger van de omvolkingstheorie – die beweert dat de Israëlische regering “nergens iets beter had kunnen doen” terwijl humanitaire hulp systematisch wordt geblokkeerd en burgerinfrastructuur doelbewust wordt vernietigd? Die spreekt over een “doodscultus” bij Palestijnen versus een “waardering voor het leven” bij Israëliërs?
Dat is dus geen nuance, hè, heren en dames volksvertegenwoordigers die de schijn van beschaafdheid proberen op te houden. Dit is dehumanisering in zijn meest expliciete vorm. Het reduceert een volledig volk tot niet meer dan aanhangers van Hamas, terwijl de meerderheid van de slachtoffers mannen, vrouwen en kinderen zijn zonder enkele band met die organisatie en die al jaren slechts proberen te overleven in de grootste openluchtgevangenis ter wereld.
De zaal juicht als Murray suggereert pro-Palestina demonstranten het land uit te zetten. Dit terwijl dezelfde stemmen zich opwerpen als verdedigers van vrijheid van meningsuiting wanneer het gaat om het recht om anderen te beledigen of te kwetsen. Vrijheid van meningsuiting blijkt wederom vooral te gelden voor hen die de status quo ondersteunen, niet voor hen die opkomen voor rechtvaardigheid.
In een bizarre wending wordt gesteld dat “alle kritiek op Joden in 100 procent van de gevallen projectie van schuldgevoel” is. Deze uitspraak doet niet alleen onrecht aan de vele Joodse stemmen die zelf de acties van de Israëlische regering bekritiseren, maar trivialiseert ook werkelijk antisemitisme door het gelijk te stellen aan legitieme politieke kritiek.
Organisaties als Jewish Voice for Peace, Na’amod, Een Ander Joods Geluid en talloze individuele Joodse burgers en academici die zich uitspreken tegen de acties van Israël worden hiermee impliciet weggezet als zelfhatend of verward – een stereotypering die op zichzelf grenst aan antisemitisme.
Nederland heeft een bijzondere verantwoordelijkheid om het internationaal recht te verdedigen. Als gastland van het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof is het beschamend dat onze regering zich zo expliciet achter een organisatie schaart die de bevindingen van deze zelfde instellingen negeert.
De Nederlandse regering blijft wapens leveren aan Israël en weigert betekenisvolle sancties op te leggen, ondanks aanhoudende schendingen van het internationaal humanitair recht. Dit maakt ons land medeplichtig aan de totale vernietiging van de Palestijnse bevolking in Gaza.
De meer dan honderdduizend demonstranten in Den Haag laten zien dat een groeiend deel van de Nederlandse bevolking zich niet langer laat misleiden. Zij zien wat onze politieke vertegenwoordigers weigeren te zien: dat het huidige beleid van de Israëlische regering onverdedigbaar is onder elk moreel of juridisch kader dat we zeggen te koesteren.
Het is tijd dat Nederland alle wapenhandel en militaire samenwerking met Israël opschort en zich aansluit bij Zuid-Afrika’s genocide-zaak tegen Israël voor het Internationaal Gerechtshof. Economische sancties oplegt totdat Israël voldoet aan VN-resoluties en internationaal recht. En het is tijd dat Nederland de Palestijnse staat volledig erkent binnen de grenzen van 1967 en ogenblikkelijk stopt met het criminaliseren van solidariteit met de Palestijnse zaak.
Voor elke dag dat we dit nalaten, schrijven we mee aan een van de donkerste hoofdstukken uit onze moderne geschiedenis. Een hoofdstuk waarin we, ondanks alle lessen uit het verleden, wederom wegkeken toen een bevolking systematisch werd uitgehongerd, verdreven en vermoord.
De vraag is niet wat onze politici niet weten, maar wat zij weigeren te zien, te erkennen en te veroordelen. Het CIDI-jubileum en de politieke steun zijn symptomen van een diep moreel falen. Van het CIDI zelf hoef je niets anders te verwachten, dit is namelijk exact waarvoor ze 50 jaar geleden zijn opgericht. Maar de kabinets- en Kamerleden die hier hun steun aan verlenen moeten zich de ogen uit hun kop schamen.
Waardeer je dit artikel? Overweeg dan eens me te trakteren op een kop koffie