Over de onthullingen in Sarah Wynn-Williams’ Careless People en de glijdende schaal van een techreus die zich uitlevert aan autoritaire macht
In Careless People: A Cautionary Tale of Power, Greed, and Lost Idealism beschrijft Sarah Wynn-Williams hoe idealen in stilte sneuvelden binnen Meta, voorheen Facebook. Wat begon als een wereldverbeterend platform veranderde van binnenuit in een machtige onderneming, gevoelig voor politieke druk en gedreven door winsthonger. Wynn-Williams, voormalig diplomaat en tot 2021 hoofd public policy bij Meta, legt een cultuur bloot waarin macht belangrijker werd dan moraal.
De kracht van haar boek, verschenen in maart 2025, wordt versterkt door een Washington Post-onderzoek van januari. Samen tonen deze bronnen hoe Meta niet langer een neutraal platform is, maar zich actief aanpast aan de wensen van autoritaire machthebbers – of ze nu in Washington zitten of ver daarbuiten.
Van idealisme naar instrument
Wynn-Williams’ verhaal begint idealistisch: ze zag hoe Facebook mensen verbond na de aardbeving in haar geboortestad Christchurch. Maar al snel werd duidelijk dat het bedrijf enkel nog aandacht had voor de buitenwereld als daar commercieel gewin te halen viel.
Mark Zuckerberg komt naar voren als een narcistische leider, weinig geïnteresseerd in diepgang – briefings mochten niet langer zijn dan een sms’je – maar met een grote behoefte aan controle. Zijn obsessie met spelletjes kreeg een sinistere ondertoon: hij moest altijd winnen. En inmiddels flirt hij openlijk met Trump, die hij privé bezocht in Mar-a-Lago, en aan wiens inauguratiefonds hij een miljoen dollar schonk. De technocraat die ooit neutraliteit predikte, kon de geur van macht niet weerstaan.
De schaduw van Joel Kaplan
Een centrale figuur in zowel het boek als het artikel is Joel Kaplan, Meta’s machtige Republikeinse lobbyist en voormalig Witte Huis-medewerker onder George W. Bush. Wynn-Williams beschrijft hem als autoritair en seksistisch – een publiek geheim binnen het bedrijf waar niemand tegenin durfde te gaan. De Post toont aan hoe Kaplan jarenlang aandrong op het bevoordelen van conservatieve stemmen, zelfs als die ingingen tegen Facebooks eigen regels.
Tijdens Trumps eerste campagne werd Facebook actief betrokken: medewerkers werkten mee aan het beïnvloeden van het algoritme. Toch bleek dat niet genoeg. In de aanloop naar de verkiezingen van 2024 besloot Zuckerberg tot een koerswijziging: factcheckers werden weggesaneerd, diversiteitsprogramma’s opgeheven en interne communicatie doorspekt met rechtse slogans. Contentmoderatie werd ineens “censuur”, en rechten van transpersonen en homoseksuelen werden besproken in termen die rechtstreeks lijken overgenomen van Fox News.
Myanmar: een moreel dieptepunt
De zorgeloosheid uit de titel van Wynn-Williams’ boek verwijst niet naar onschuldige naïviteit, maar naar iets veel kwaadaardigers: arrogantie, onverschilligheid en een flagrante afwijzing van verantwoordelijkheid. Een pijnlijk voorbeeld is de rol van Facebook in Myanmar, waar het platform bijdroeg aan de verspreiding van haat tegen de islamitische Rohingya. Wat begon als digitale haat eindigde in moordpartijen en genocide, uitgevoerd door boeddhistische extremisten en aangejaagd door de junta.
Wynn-Williams was destijds verantwoordelijk voor de expansie in Myanmar, waar Facebook al snel het internet was. Toen haatberichten in het Birmees viraal gingen, bleek niemand bij Meta ze te kunnen lezen. Ondanks haar waarschuwingen bleef ingrijpen uit. En toen de tragedie zich voltrok, keek het bedrijf de andere kant op.
Het Chinese compromis
Een ander voorbeeld is Zuckerberg’s obsessie met de Chinese markt. Om daar voet aan de grond te krijgen, was hij bereid vergaande concessies te doen: op censuur, zelfcensuur en gebruikersdata. Hij bood de Chinese overheid toegang tot gebruikersinformatie in ruil voor markttoegang. Intern werd niet meer gesproken over mensenrechten, maar over “lokale sensitiviteit” en “strategische partnerschappen” – eufemismen voor digitale medeplichtigheid.
Zuckerberg loog hierover tegen het Amerikaanse Congres. Wat naar buiten toe werd gepresenteerd als principiële weigering, was achter de schermen een rekensom. De waarheid bleek onderhandelbaar, zolang er geld tegenover stond.
Volgens de Washington Post is deze houding inmiddels ook op de thuismarkt de norm geworden. Waar Meta ooit bescherming bood tegen autoritaire invloeden, paait het nu zelf machthebbers. Dezelfde achteloosheid waarmee buitenlandse autocraten werden bediend, wordt nu ingezet om binnenlandse politieke dreiging – Trump – te neutraliseren. Geen principes, geen visie. Enkel overlevingsdrang.
Lean in, kijk weg
Ook Sheryl Sandberg, Meta’s voormalige COO en zelfverklaarde voorvechter van vrouwelijk leiderschap, komt er niet ongeschonden vanaf. In plaats van intern op de rem te trappen, koos Sandberg er volgens Wynn-Williams voor om gevoelige kwesties te negeren of juist door te drukken als dat haar eigen positie versterkte.
Ze beschermde Joel Kaplan ondanks zijn politieke lobby en seksistisch gedrag. Sterker nog, ze deed er soms aan mee. Zorg en kwetsbaarheid werden onder haar leiding afgedaan als zwakte. Wynn-Williams kreeg een negatieve beoordeling vlak na een levensbedreigende bevalling. Zelfs tijdens haar weeën werkte ze nog, maar eenmaal uit coma kreeg ze het verwijt dat ze te weinig contact had gehouden met het bedrijf.
Wat resteert is het beeld van een organisatie die zich van binnenuit overgeeft aan politieke strategie. Niet vanuit ideologie, maar vanuit angst. Niet om te dienen, maar om te overleven. Het algoritme is geen neutrale kracht, maar een instrument geworden van politieke beïnvloeding.
Een Gatsby-achtige leegte
De titel van Careless People verwijst naar The Great Gatsby:
“They were careless people… they smashed up things and creatures and then retreated back into their money or their vast carelessness.”
Dat citaat is pijnlijk accuraat. Meta’s leiders, gedekt door rijkdom en macht, lijken onverschillig voor de schade die ze veroorzaken. En wanneer het moeilijk wordt, trekken ze zich terug in hun bubbel van privileges.
Meta’s huidige strategie is simpel: zorg dat de volgende president – vermoedelijk Trump – je met rust laat. Alles wordt daaraan ondergeschikt gemaakt. In plaats van de tirannie te weerstaan, is die nu algoritmisch geïnternaliseerd.
Wat rest er nog?
Careless People en de onthullingen van de Post tonen geen incident, maar een patroon. Een systematisch proces waarin moraal wordt ingeruild voor macht, waarin invloedrijke technologiebedrijven weigeren verantwoordelijkheid te nemen voor hun rol in de samenleving.
Zuckerbergs recente verklaring dat versoepelde moderatie “een herwaardering is van de vrijheid van meningsuiting”, is een meesterwerk van Orwelliaanse verdraaiing. We zien geen vrijheidsverdediging, maar een knieval.
De vraag is al lang niet meer óf Meta zijn neutraliteit heeft opgegeven. De vraag is: hoe lang kunnen we nog accepteren dat onze publieke infrastructuur wordt beheerd door mensen die hun macht ontkennen, maar er alles aan doen om die te behouden?
Het antwoord wordt, vrees ik, met de dag duidelijker.
Waardeer je dit artikel? Overweeg dan eens me te trakteren op een kop koffie