Boekbesprekingen zijn niet mijn fort (forte in het Engels vind ik eigenlijk mooier: for-tayy), maar ik blijf gewoon stug pogingen wagen tot ik het een beetje onder de knie heb. Daarbij schrijf ik eigenlijk alleen iets over boeken waar ik erg van heb genoten. Waarom zou ik immers nog meer tijd besteden aan iets waar ik niet veel aan vond, of me met moeite doorheen heb geslagen. Als ik iets volkomen kut vond – wat niet vaak gebeurt want veel boeken lees ik op aanraden van mensen met goede smaak – schrijf ik hoogstens gewoon dat op Goodreads. Maar mooie boeken, ja, daar wil ik wel wat over zeggen. Komt ie:
In Het archief maken we kennis met Pierre Rosenau: duidelijk Thomas Heerma van Voss zelf terwijl het natuurlijk niet Thomas Heerma van Voss zelf is, het is een roman, hè. Rosenau is een jonge dromer die aan de slag gaat bij Arabesk, een literair tijdschrift dat inmiddels nog net niet onder een stoffige stolp in het Letterkundig Museum staat: duidelijk De Revisor terwijl het natuurlijk niet De Revisor is, het is een roman, hè.
Met een abonneebestand waar je geen voetbalelftal van kunt maken en gloriejaren die alleen je opa zich nog vaag herinnert, blijft de redactie van Arabesk bewonderenswaardig halsstarrig de papieren eer verdedigen. Dat gaat met verhitte discussies over komma’s en beletseltekens, gesprekken waar je om moet grinniken en die tegelijk iets tragisch moois hebben.
Maar er is meer dan grijpen naar de laatste strohalmen om een literair reliek in leven te houden. Terwijl Pierre zich ontfermt over talloze ingezonden stukken en voortdurend twijfelt of hij eigenlijk wel echt wat bijdraagt en of mensen überhaupt wel weten wat hij doet, brokkelt zijn vader langzaam af. In een werkkamer als een stoffige tijdcapsule, ligt een leven opgeslagen in boeken, krantenknipsels en vergeelde herinneringen. Langzaam verandert het boek van een vrolijke ode aan hopeloos optimistisch idealisme in een liefdevol afscheid.
De roman groeit op die manier op vloeiende wijze uit van een serie komische scenes rond een verloren literair bastion tot een ontroerend vader-zoonverhaal. Het stoffige archief van vader en het noodlijdende archief van Arabesk spiegelen elkaar op een manier die zo vanzelfsprekend voelt, dat je het bijna niet doorhebt, totdat het je raakt. Heerma van Voss balanceert geraffineerd tussen luchtigheid en weemoed. Zijn stijl is soepel en trefzeker. Je beweegt je al gniffelend door het boek, en voor je het weet zit je met een brok in je keel.
Vaak moest ik tijdens het lezen denken aan mijn eigen band met mijn vader. Vooral op de momenten waarop Pierre aan het ziekbed van zijn vader zit. Terwijl er eigenlijk maar weinig is waarover de twee echt met elkaar kunnen praten, in elk geval vanuit Pierre’s oogpunt, spat de vader-zoon-liefde van de pagina’s af, en ook het enorme gevoel van gemis na het onvermijdelijke eind nog voor zich dat voltrokken heeft.
Onder de soepel geschreven zinnen van Heerma van Voss schuilt wat pas echt binnenkomt nadat je het boek hebt dichtgeslagen: de zwaarte van alles wat langzaam verdwijnt. Als Pierre’s vader uiteindelijk mompelt dat “het gras gewoon niet zo groen is”, voel je de melancholie van een leven dat niet perfect was en dat juist daardoor raakt. Geen grote drama’s of slappe melancholie, maar een kleine waarheid die zachtjes landt.
Waar tegenwoordig alles verkocht moet kunnen worden in 280 tekens of stories van 15 seconden, durft Het archief te vertragen. Het laat zien hoe waardevol het kan zijn om tijd en aandacht te besteden aan dat waar je hart sneller van gaat kloppen. Het is een lofzang op alles wat misschien geen direct nut heeft, maar wél betekenis.
Het archief hoeft ook niet te brullen om indruk te maken. Juist door het oog te hebben voor het piepkleine en het bijna vergeten, maakt het een vuist, zij het een hele beleefde. Met deze roman bewijst Thomas Heerma van Voss dat je geen grote woorden nodig hebt om iets groots te zeggen. Het archief is een eerbetoon aan alles wat makkelijk over het hoofd wordt gezien: vergeelde papiertjes, ongelezen tijdschriften, half uitgesproken dromen, nooit uitgevoerde plannen. Een ode aan wat we koesteren zonder er voortdurend selfies mee te maken.
Waardeer je dit artikel? Overweeg dan eens me te trakteren op een kop koffie